Akzeptanz von Industrie 4.0

Akzeptanz von Industrie 4.0

            Adoptie van Industrie 4.0

2019 – De Forschungsbeirat van het Platform Industrie 4.0 in Duitsland heeft een tussenrapport uitgebracht over de adoptie van digitale technologie in het kader van Industrie 4.0. Het is het resultaat van een exploratieve studie (literatuur, interviews, casestudies) in het kader van een opdracht van het Bundes Ministerium für Bildung und Forschung (BMBF).      

Onderzoeksvragen
De onderzoeksvragen zijn:
Welke adoptie-problemen leven op de werkvloer?
Wat zijn daarvan de oorzaken?
In welke fase van implementatie van nieuwe technologie in het bedrijf komen die naar voren en in welke vorm?
Wat zijn aangrijpingspunten voor oplossingen? Zijn er successtories en best practices? 

Belang van aandacht voor adoptie
De implementatie van Industrie 4.0 vergt adoptie van innovaties door werknemers en een attractief arbeidssysteem en gebruikersvriendelijk ontwerp. Dat gaat niet vanzelf omdat digitale technologie: gepaard gaat met 1) virtuele verknopingen boven bedrijven uit, in netwerken, 2) structurele veranderingen in het werk en kwalificatie-eisen die machines en processen overstijgen, en omdat 3) door wetenschappers diverse scenario’s worden geschetst die nog niet duidelijk of eenduidig maken welke kansen voor goede en eerlijke arbeidsverhoudingen en arbeidssituaties er zullen ontstaan; de wetenschap kan de onzekerheid bij werknemers (nog) niet wegnemen. Adoptie moet dus actief bewerkstelligd worden. Adoptie is geen ‘al of niet’ zaak. Het gaat in fasen; het kan toenemen als er positieve gevolgen zichtbaar worden en ook plots weer verdwijnen.

Analyse en ontwerpkader nodig
Adoptie vergt een analyse die en ontwerpkader dat het totale systeem van maatschappelijke -, organisatorische – en personeelsfactoren omvat én onderscheidt. Het model omvat een ‘adoptiesubject’ een ‘adoptie-object’ en een ‘adoptie-context’. Voor het subject zijn waargenomen handelingsmogelijkheden, alternatieven en beïnvloedingsmogelijkheden van belang. Over het object (een IT-systeem bijv.) is het belangrijk te weten welk doel het dient, wat de kosten en het nut zijn, de risico’s en de bedieningsvriendelijkheid. De context wordt bepaald door de bedrijfscultuur, de ervaringen met eerdere implementaties van nieuwe technologie, de invoeringsstrategie van het bedrijf (in overleg met ondernemingsraad, met medewerkersparticipatie) en ook maatschappelijke ideeën en vooroordelen over de technologie (is ‘jobkiller’, bijvoorbeeld).

 
Aanbevolen aanpak
De kans op adoptie wordt vergroot door de volgende acties gericht op adoptiesubject, – object en – context.
Het subject, de werknemers dienen van het begin af aan geïnformeerd te worden. De communicatie dient het doel, de kosten en de baten, de mogelijke gevolgen voor werk en werkgelegenheid en risico’s te betreffen. Daarnaast moeten de werknemers participeren in het implementatieproces. Naast opleiding en scholing betekent dat, meedoen aan testen en meebeslissen over uitvoeringsalternatieven. Essentieel is dat het management ‘iets doet’ met de feedback van werknemers die aan de tests hebben meegedaan.
Ten aanzien van het object bepleit de Forschungsbeirat het volgende. Er dient een gebruikersvriendelijk ontwerp gemaakt te worden. Als oplossing voor de vraag ‘hoe wordt de controle van proces én van medewerkers in de hand gehouden?’ stelt de Beirat voor met de ondernemingsraad afspraken te maken over welke data, op welke wijze, door wie en met welk doel verzameld mogen worden. Dit kan eventueel vastgelegd worden in een overeenkomst met de ondernemingsraad. In het kader van Industrie 4.0, geldt een standaard: ‘privacy by Design’ (???). Ten slotte wordt gepleit voor een ‘integraal socio-technisch ontwerp’ van techniek, organisatie en arbeid.
Het belangrijkste in de context is een implementatieproces dat gekenmerkt wordt door 1) een consistente strategie: duidelijk doel, kosten en baten voor het bedrijf transparant, medewerkers en OR betrokken, 2) betrokkenheid van álle groepen werknemers die direct of indirect door de veranderingen worden geraakt, 3) goed overleg met de ondernemingsraad en eventueel afsluiten van een ‘Betriebsvereinbarung’, 4) een lange termijn visie voor het proces. 

Vragen voor het vervolgonderzoek
In het vervolgonderzoek is aandacht nodig voor de volgende vragen:
In hoeverre beïnvloeden onderneming-specifieke omstandigheden de adoptie? Denk aan: de kwalificatie- en leeftijdsstructuur, de branche of sector, mate van digitalisering, de innovatiecultuur en de aard, functie en reikwijdte van de te implementeren technologie.
In hoeverre en hoe wordt de adoptie beïnvloed door informele communicatie en arbeidsrelaties en kunnen daarmee verbonden praktijken ook voor een succesvolle implementatie van Industrie 4.0 benut worden?
Welke invloed hebben motivatie en houding van lager en middelmanagement op adoptie?
Hoe moeten stijl van leidinggeven en managementrollen veranderen?

De algemene conclusie is: het verankeren van Industrie 4.0 vergt in de meeste gevallen een verandering van de ondernemingscultuur en de interne communicatie. En van essentiële betekenis is het in een vroeg stadium er bij halen van alle betrokkenen. 

Referentie
Forschungsbeirat, Platform Industrie 4.0. ‘Akzeptanz von Industrie 4.0‘. 2019. Bundesministerium für Bildung und Forschung & Acatech Deutsche Akademie der Technikwissenschaften.
 

Thema: Innovatie & Innovatievermogen
Sector: Industrie
Bron: Onderzoeksrapport