Robotisering: het kan, maar moet het ook?

2015 – Het tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken (TvA) sluit in het ‘Opinie-debatkatern’ in het tweede nummer van dit jaar, aan bij de actuele discussie over robotisering en de gevolgen daarvan op de arbeidsmarkt.  

Aanleiding

Dit thema krijgt sinds voorjaar 2014 veel aandacht in de media, naar aanleiding van het working paper The future of employment; How susceptible are jobs to computerization? van Frey & Osborne, (2013). Minister Ascher (SZW, sept. 2014) leverde een bijdrage aan dit debat  in een lezing: Robotisering: Kansen voor morgen.

Voor TvA is dit geen nieuwe discussie; het tijdschrift is opgericht begin jaren tachtig in het ‘episch centrum’ van een vorig debat over ‘micro-elektronica en robots’ en de gevolgen voor arbeid en organisatie. Een belangrijke conclusie uit die discussie is dat er geen sprake is van technologisch determinisme, noch van economisch determinisme; er is ‘organizational choice’ mogelijk. Geldt deze conclusie nog steeds? 

De vraag

De vraag die aan de auteurs van dit katern is voorgelegd luidt: ‘Kun je of moet je het proces van robotisering sturen of reguleren, met het oog op werkgelegenheid en kwaliteit van de arbeid? Of moet je het aan de markt overlaten?  

De discussiebijdragen

Roel Schouteten van de Radboud Universiteit leidt het katern en het thema in. Hij concludeert dat er een debat nodig is over welke keuzes er gemaakt kunnen worden in het gebruik van technologie en de creatie van kwalitatief goede arbeidsplaatsen.

Rinie van Est van het Rathenau Instituut, plaatst de huidige discussie in een historisch en macro-economisch perspectief. Uit deze analyse kan de les worden getrokken dat een goed debat niet alleen gaat over welke menselijke vaardigheden geautomatiseerd kunnen worden, maar ook over (1) de rol van technologie bij het creëren van nieuwe banen, (2) de economische, sociale, ethische en juridische aspecten hierbij, en (3) de wijze waarop IT de organisatie van arbeid verandert. Hij wijst ook op de noodzaak en de mogelijkheden bepaalde waarborgen te creëren voor werknemers die met robotisering te maken krijgen.

Lex Borghans van de Universiteit van Maastricht, schetst drie opties voor arbeidsmarktbeleid om op de opkomst van robots te reageren: aanpassing, bescherming en flexibilisering. Hij beschrijft wat daarvan de opbrengsten en gevolgen kunnen zijn, met name in termen van vereiste kennis en vaardigheden. Zijn conclusie is dat de arbeidsmarkt al heel flexibel is. Men moet zich daarom afvragen of het zinvol is om beleid te voeren om mensen nog flexibeler te maken. De prijs van dit beleid kan hoog zijn. De baten waarschijnlijk erg klein.

Jos Benders, Steven Dhondt en Geert van Hootegem, alle drie verbonden aan de Katholieke Universiteit van Leuven, Dhondt ook aan TNO, gaan in op de keuzemogelijkheden die organisaties hebben bij het inzetten van robots. Daar waar Frey en Osborne zich baseren op beroepen (die verloren zouden gaan), bepleiten zij het bestuderen van taken die door mensen moeten worden gedaan en hoe die tot functies of beroepen gegroepeerd worden. Beleidsmatig betekent dit dat er bewust moet worden nagedacht over ontwerpmogelijkheden. 

Referenties

Het Opinie-debat-katern ‘Robotisering het kan, maar moet het ook?’ is onderdeel van Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2015 (31) 2, p. 124 – 146. Zie: https://www.boomlemmatijdschriften.nl/tijdschrift/TvA/2015/2.

Asscher, L. (2014). Robotisering: Kansen voor morgen. Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. https:// www. rijksoverheid. nl/ documenten -en -publicaties/toespraken/ 2014/ 09/ 29/ robotisering -kansen -voor -morgen -toespraak -van -minister -asscher -tijdens -het -szw -congres -op -29 -9 -2014.html

Frey, C.B. & Osborne, M.A. (2013). The future of employment: How susceptible are jobs to computerization? Oxford: Martin Publication. 

Thema’s: Flexibel organiseren; Innovatieve werkplekken;

Sector: niet specifiek

Bron: Artikelen