SER notitie: Werken aan een circulaire economie: geen tijd te verliezen

2016 – In juni reageerde de Sociaal Economische Raad met het advies de ‘Werken aan een circulaire economie: geen tijd te verliezen’ op een adviesaanvraag van de regering. De centrale vraag uit de adviesaanvraag luidt: “Hoe kunnen de verschillende partijen beter inspelen op de transitie naar een circulaire economie?”

Circulaire economie
De SER ziet een circulaire economie als een economie die binnen ecologische randvoorwaarden
efficiënt en maatschappelijk verantwoord omgaat met producten, materialen en hulpbronnen, zodat ook toekomstige generaties toegang tot materiële welvaart behouden. De urgentie is groot. Mondiale vooruitzichten op demografisch, economisch en technologisch gebied leiden tot de diagnose dat zonder trendbreuk de toekomstige vraag naar een groot aantal grondstoffen het aanbod ver zal gaan overtreffen. Dit gaat gepaard met risico’s van grondstofuitputting, een hoge milieudruk (natuuraantasting, verlies van biodiversiteit, uitstoot van broeikasgassen), geopolitieke spanningen en risico’s voor regionale en nationale economieën.
Onder de juiste voorwaarden kunnen Nederlandse bedrijven de komende jaren het tij echter keren door verdere stappen in de richting van een circulaire economie te zetten. Toenemende kennis, technologische vooruitgang, directe en indirecte regulering en nieuwe verdienmodellen spelen hierbij een rol. Innovaties – zowel op technologisch als op sociaal en organisatorisch gebied – zijn onlosmakelijk verbonden met de omschakeling naar een circulaire economie.

Uitdaging voor overheid en sociale partners
Transities kennen naast winnaars ook verliezers. Overheid en sociale partners moeten er voor zorgen dat de gewenste transitie naar een circulaire economie niet ten koste gaat van onnodige faillissementen en verlies van arbeidsplaatsen en dat de arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden in de circulaire economie op orde blijven.

Ketenconvenanten of -akkoorden
De SER stelt voor in bepaalde ketens koploper te zijn met concrete doelen en transitiepaden vastgelegd in ketenconvenanten of –akkoorden. Daarbij is het raadzaam aan te sluiten bij bestaande programma’s zoals biobased economy, het topsectorenbeleid en relevante Europese programma’s.
In januari 2017 werd het Grondstoffenakkoord gesloten met transitieagenda’s in de sectoren biomassa en voedsel, de bouw, de maakindustrie, consumptiegoederen en kunststoffen.

Sociale innovatie
Aspecten van sociale innovatie komen naar voren waar het SER advies ingaat op specifieke vragen van het kabinet omtrent Innovatie en de rol van arbeid. Het Advies stelt (in paragraaf 5.2) dat innovaties voor een circulaire economie maar ten dele een technologisch karakter hebben. In iedere innovatiefase en bij elk type innovatie is sociale vernieuwing minstens zo belangrijk. Geconstateerd wordt dat circulaire bedrijfsvoering naast meer aandacht voor externe relaties ook een veel sterkere interne afstemming tussen bedrijfsonderdelen vereist. Van ondernemers wordt leiderschap verwacht omdat organisaties met een circulair bedrijfsmodel vaak op een andere manier moeten gaan werken. Vertrouwen in werknemers en ruimte om te leren en te experimenteren maken hier deel van uit. Circulaire bedrijfsvoering valt daarom niet los te zien van sociale innovatie. Het gaat er hierbij om zowel de bedrijfsprestaties als de werknemerstevredenheid op een hoger niveau te brengen. Ook in een circulair bedrijfsmodel moeten goede arbeidsomstandigheden (veiligheid, gezondheid) en de kwaliteit van banen geborgd zijn.
Het is belangrijk om circulaire principes te integreren in bestaande programma’s als Smart Industries, het Nationale Techniekpact, Human Capital Agenda’s van de topsectoren en de agenda’s van Economic Boards.
Het kabinet zal later (september 2016) dit SER standpunt beamen in Het Rijksbrede programma Circulaire Economie ‘Nederland circulair in 2050’. Daarin is het als volgt verwoord: “Voor het veranderen van ingesleten routines en structuren van de lineaire economie, is sociale innovatie net zo belangrijk als technische en systeemvernieuwingen”.

Referentie
Advies 16/5, juni 2016, ‘Werken aan een circulaire economie: geen tijd te verliezen.’ Den Haag, Sociaal Economische Raad, SER. Zie de bijlage.
Nederland circulair in 2015. Rijksbreed programma Circulaire Economie. Economie notitie september 2016. Zie de bijlage.
Grondstoffenakkoord Intentieovereenkomst om te komen tot transitieagenda’s voor de Circulaire Economie, 24 januari 2017. Zie bijlage
Zie ook een reactie  n.a.v. het Grondstoffenakkoord (jan. 2017) van de Vakcentrale voor Professionals:
https://vcp.nl/actualiteiten/4658/overgang-circulaire-economie-houd-oog-voor-arbeidsmarkt/