Welvaartsgroei door en voor iedereen: Themadocument Sociale Innovatie

Sociale innovatie is een van de drie centrale thema’s uit de adviesaanvraag over het middellangetermijnbeleid. De adviesaanvraag beschouwt sociale innovatie als een manier om binnen arbeidsorganisaties creativiteit en vernieuwing te stimuleren, mede met het oog op productiviteitsgroei en een hogere arbeidsparticipatie. Het kabinet vraagt de SER op welke manier sociale partners zelf sociale innovatie kunnen bevorderen; daarbij gebruikt het termen als ‘slimmer werken’, employability en innovatiemanagement. Ook vraagt het kabinet de SER aan te geven op welke manier de overheid hieraan kan bijdragen door belemmeringen weg te nemen.

Sociale innovatie voorwaarde voor hogere welvaartsgroei

Door toe te werken naar een innovatieve bedrijfscultuur, waarin volop wordt geïnvesteerd in mens én organisatie, worden belangrijke voorwaarden gecreëerd voor een sterkere concurrentiepositie en een hogere economische groei. Dit komt de maatschappij als geheel ten goede en bevordert daarmee ook de sociale cohesie. Uiteindelijk zijn de economische prestaties van ons land gebaseerd op hetgeen dagelijks op de werkvloer van ondernemingen gebeurt. Zo kan de arbeidsproductiviteit in de dienstensector, waar de productiviteitsgroei de afgelopen jaren sterk achterbleef, een flinke impuls krijgen door binnen de bedrijven een combinatie van ICT-toepassingen en niet-technologische innovaties door te voeren. In de verdere ontwikkelingsgang naar een kenniseconomie moet de Nederlandse economie steeds meer innovatiegedreven worden (innovation driven).

Om concurrerend te zijn moeten bedrijven zich sterker gaan onderscheiden door kwalitatief hoogwaardige nieuwe producten, die zijn toegesneden op de wensen van de afnemers. Voor innovaties zijn behalve marktomstandigheden ook bedrijfs- en persoonsgebonden factoren van belang. Zo zijn duidelijke innovatiedoelen, experimenteerruimte en multifunctionele teams belangrijke succesfactoren. Wat geldt voor ondernemingen in de marktsector, geldt tot op zekere hoogte ook voor publieke instellingen. Deze organisaties staan in toenemende mate onder maatschappelijke en politieke druk om hun werkwijze en producten beter en sneller af te stemmen op de eisen van burgers en bedrijven. Efficiëntere werkprocessen, betere kwaliteit en meer maatwerk maken dat ook in publieke instellingen sociale innovatie noodzakelijk is.

Allereerst gaat hoofdstuk 2 in op de begrippen sociale innovatie en slimmer werken. Vervolgens beschrijft hoofdstuk 3 het conceptuele kader voor de beantwoording van de adviesvragen. De twee centrale actoren binnen een arbeidsorganisatie – de ondernemer en de werknemer – vormen hierbij het startpunt. Daarna staat in hoofdstuk 4 de bevordering van sociale innovatie centraal. Hoofdstuk 5 vat de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen samen.

Dit themadocument is op verzoek van de commissie Sociaal-Economisch Beleid voorbereid door de werkgroep Sociale Innovatie. Het themadocument is als onderdeel van het SER-advies Welvaartsgroei door en voor iedereen vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 oktober 2006. Het verslag van deze vergadering is verkrijgbaar bij het SER-secretariaat en is tevens te raadplegen op de website van de raad: www.ser.nl.

Het rapport Welvaartsgroei voor en door iedereen: Themadocument Sociale Innovatie (2006) van de SER is te vinden in de bijlagen.