Why job autonomy matters for young companies’ performance: Company maturity as a moderator between job autonomy and company performance
2016 – In dit artikel uit World Review of Entrepreneurship, Management and Sustainable Development onderzochten Paul Preenen, Peter Oeij, Steven Dhondt, Karolus Kraan, en Emma Jansen de invloed van autonomie in het werk op bedrijfsuitkomsten. Hierbij onderzochten zij het verband tussen autonomie van werknemers en de groei van het bedrijf (in omzet en winst), en de invloed van bedrijfsleeftijd op dit verband. Zij concludeerden dat autonomie in het werk positief gerelateerd is aan bedrijfsgroei, maar alleen binnen bedrijven die vijf jaar of jonger zijn.
Vele onderzoeken hebben al aangetoond dat werkautonomie een positieve invloed heeft op werknemers, zoals tevredenheid en loyaliteit. Maar onderzoek op het niveau van bedrijfsuitkomsten zijn zeer zeldzaam. De auteurs beredeneren dat het positieve effect van autonomie op werktevredenheid en loyaliteit doorwerkt naar positieve bedrijfsuitkomsten. Eerder onderzoek toont verder aan dat een hogere autonomie in het werk samenhangt met minder afwezigheid en beëindigde werkovereenkomsten in bedrijven. Door werknemers langer aan zich te kunnen binden kunnen bedrijven veel geld en middelen besparen die anders gebruikt zouden worden voor het vervangen en inwerken van werknemers. Vanwege de voorgenoemde redenen formuleerden de auteurs de volgende hypothese: “ Autonomie in het werk is positief gerelateerd aan zowel de omzet van het bedrijf, en de winst van het bedrijf.”
De auteurs beredeneerden verder dat het positieve effect van autonomie in het werk voor de groei van omzet en winst wellicht groter is voor jonge bedrijven die jonger dan zes jaar zijn. Jonge bedrijven hebben een grote kans om failliet te gaan, en moeten zich zeer snel aanpassen aan hun omgeving om dit te kunnen voorkomen. De controle en vrijheid die werknemers hebben in het vormgeven van hun werk is erg belangrijk voor werknemers die zich in moeten werken in een nieuwe baan, en zich in de veeleisende situatie bevinden van werken in een bedrijf dat moet overleven in een competitieve omgeving. De auteurs formuleerden daarom de volgende hypothese: “Het positieve verband tussen autonomie in het werk en omzet en winst van het bedrijf is groter voor bedrijven die vijf jaar of jonger zijn dan bedrijven die zes jaar of ouder zijn.”
Methoden en resultaten
Conclusie
Jongere bedrijven moeten vooral investeren in de autonomie van hun werknemers zodat deze zich beter kunnen aanpassen en groeien in een veeleisende omgeving. Toekomstig onderzoek in het veld van autonomie in werk moet rekening houden met de rol die de leeftijd van het bedrijf speelt in de verbanden tussen autonomie in het werk en bedrijfsuitkomsten.
Referentie
Preenen, P. T. Y., Oeij, P. R. A., Dhondt, S., Karolus O., Kraan, K., & Jansen, E. (2016). Why job autonomy matters for young companies’ performance: company maturity as a moderator between job autonomy and company performance. World Review of Entrepreneurship, Management and Sustainable Development, 12(1), 74-100.
Het artikel is te vinden via de volgende link: https://www.inderscienceonline.com/doi/abs/10.1504/WREMSD.2016.073425?journalCode=wremsd