Effecten van technologisering. SER Kennisdocument
2019 – In dit Kennisdocument inventariseert de Sociaal Economische Raad de stand vanwetenschap op het gebied van de effecten van technologisering. Dat had de Raad in haar rapport van 2016 ‘Mens en technologie; samen aan het werk’ zelf aanbevolen.
De notitie schetst de gevolgen van technologisering op de arbeidsmarkt met een focus op de gevolgen voor de aard, organisatie en de kwaliteit van het werk, de omvang van de werkgelegenheid en de verdeling hiervan. Twee afzonderlijke paragrafen worden geweid aan respectievelijk de gevolgen voor de werkgelegenheid in de zorg en de gevolgen van de energietransitie.
De bijlage bij deze studie bevat een inventarisatie van de in 2017 en 2018 verschenen studies en monitors op dit terrein met een korte beschrijving van de inhoud en een link naar de publicatie.
Aard en organisatie van het werk
Verwijzend naar o.a. het rapport van het Rathenau Instituut (2018), stellen de auteurs dat er weldegelijk een ‘organisational choice’ is bij automatisering en digitalisering en dat er dus minder sprake is van technologisch determinisme. Diverse auteurs voorspellen een toename in het gebruik van robotica in de naaste toekomst en daarmee gepaard veranderingen in het werk. Maar welke veranderingen dat precies zullen zijn is moeilijk te voorspellen, mede omdat er verschillende strategische keuzes door bedrijven gemaakt zullen worden. Het FME adviseert bedrijven nadrukkelijk om hun medewerkers te betrekken in de transities.
Een studie van Eurofound is iets concreter over de te verwachten veranderingen: ‘…..de digitale informatie wordt belangrijker, het productieproces wordt nog flexibeler, de verdienstelijking van de industrie zet door, zo ook de toegenomen efficiency van materialen en energie’.
Platformisering kan gezien worden als de meest complete verschijningsvorm van de verandering van aard en organisatie van het werk. Hiermee verband houdend wordt een sterke toename van het aantal ZZP-ers op de arbeidsmarkt verwacht.
Kwaliteit van het werk
De verwachting is dat fysiek zwaar, gevaarlijk, vies en/of saai werk minder door mensen zal moeten worden uitgevoerd en dat er bovendien meer controle mogelijk is op arbeidsomstandigheden en veiligheid.
Maar platformwerk voldoet overwegend niet aan de ILO eisen van ‘decent work’.
Eurofound concludeert dat nieuwe arbeidsvormen gekenmerkt worden door: een vervagende relatie tussen werkgever en werknemer, onafhankelijkheid van tijd en plaats en benutting van digitale middelen.
De opleidingseisen aan werknemers zullen stijgen en eisen aan competenties veranderen. Er zullen hogere eisen aan creativiteit, kritisch denken, overtuigen en aan sociale vaardigheden worden gesteld (World Economic Forum). De algemeen gedeelde conclusie is dat ‘een leven lang leren’ nog belangrijker wordt.
Omvang van het werk
In de literatuur wordt zowel van een afname als van een toename als gevolg van technologisering gesproken. Beide kunnen inderdaad voorkomen afhankelijk van de combinatie van drie effecten van technologisering: 1) de specifieke techniek neemt taken van mensen over > verlies van banen, 2) toepassing van techniek leidt tot een hogere productiviteit > hogere lonen meer welvaart > meer vraag > meer banen, 3) nieuwe taken en beroepen ontstaan > nieuwe banen.
Per sector en regio zullen de combinaties verschillen. Dus meer specifiek onderzoek is nodig.
Verdeling van werk
Ook ten aanzien van de verdeling van werk verschillen de diverse rapporten.
De OECD concludeert dat in alle regio’s werk dat hoge eisen aan opleiding stelt in meer of mindere mate zal groeien en laag geschoold werk zal afnemen. Ten aanzien voor middelbaar opgeleiden lopen de verschillen verder uiteen, waarbij voor Centraal Europa zelfs een daling wordt verwacht.
Technologische ontwikkelingen in de zorg
Er zijn vele nieuwe technologieën toepasbaar in de zorg: robots, domotica, wearables, e-health, e-learning, 3D-technieken en apps voor diagnose en behandeling. Maar ze worden nog maar weinig toegepast. De verwachting is derhalve dat er nog veel veranderingen gaan komen. Nieuwe mogelijkheden zullen nieuwe vraag oproepen, de vraag naar arbeid zal ook hierdoor toenemen en de aard van het werk zal veranderen.
Diverse studies pleiten voor betrokkenheid van het personeel bij de invoering van nieuwe technologieën.Over de gevolgen voor de kwaliteit van de arbeid zijn de studies niet eenduidig. VWS verwacht van sociale innovatie en nieuwe technologie een vermindering van de administratieve last en van de werkdruk voor mensen die werken in de zog. Een TNO studie verwacht meer stresserende factoren maar ook uitdagender werk.
De gevolgen voor de omvang van de werkgelegenheid zijn evenmin goed voorspelbaar, vooral omdat die van zo vele andere factoren afhankelijk zijn
Energietransitie en de arbeidsmarkt
De processen in de bouw en industrie zullen veranderen. Mogelijk zal hier meer sprake zijn van determinisme door regels opgelegd door de regering.
Het EIB verwacht nieuwe werkgelegenheid in de bouw, maar ook knelpunten rond naleving van voorschriften en regelgeving en nieuwe uitdagingen voor veiligheids- en gezondheidsbeleid bij de opwekking van energie door wind op land en op zee. Het vereiste competentieniveau zal stijgen. Ook deze studies pleiten voor een ontwikkelingsstrategie.
Referentie
SER, ‘Effecten van technologisering op de arbeidsmarkt.’ Kennisdocument, maart 2019.
Het document is als bijlage opgenomen.
Thema’s: Arbeidsverhoudingen, Innovatie & Innovatievermogen, Monitoring en evaluatie
Sector: Industrie, Bouw, Zorg
Bron: Onderzoeksrapport.