SER-notitie: De toekomst van werk

2017 – DeSociaal Economische Raad heeft een discussie tussen vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en rijksoverheid georganiseerd over ‘De toekomst van werk’ waarvan deze notitie een rapportage is. Het ministerie van SZW had de SER daar om gevraagd naar aanleiding van het ‘Future of work centenary initiative’ van de International Labour Organisation (ILO).

 

Uitgangspunten voor de discussie

In de SER-discussie werden onder andere de volgende uitgangspunten voor de discussie geformuleerd. Er dient een breed welvaartsbegrip te worden gehanteerd dat meer dan alleen economische groei impliceert, namelijk ook: welzijn en sociale cohesie, duurzame ontwikkelingen en goede kwaliteit van de leefomgeving. Een ‘redelijke inkomensverdeling’ is een uitgangspunt. En ook moet een volwaardige Europese interne markt gelden waarin goederen, kapitaal, diensten en werknemers grensoverschrijdend kunnen werken, zonder ontwrichtende concurrentie. Een levensfase-afhankelijke invulling van de arbeidsparticipatie dient gefaciliteerd te worden. En ‘decent work’ voor iedereen en een inclusieve arbeidsmarkt dienen te gelden, ook in internationale productieketens.

Korte samenvatting van de discussie

De discussie in de SER vond plaats aan de hand van de 4 Centenary Conversations die door de ILO werden aangegeven. Hieronder per discussieonderwerp een samenvatting.

1. Werk en samenleving

Een uitdaging is volgens de SER partners, het verhogen van de arbeidsdeelname van vrouwen, vooral laaggeschoolde. De traditioneel lagere arbeidsparticipatie van vrouwen wordt nog versterkt door de toename van de combinatiedruk door toename van eisen op het werk, leren en zorgen. Kansen voor ontzorgen zijn er door technologische en digitale ontwikkelingen, gepaard met nieuwe (ethische) vraagstukken. Verbeterde gezondheidszorg maakt dat de levensverwachting hoger wordt dat biedt kansen op langer werken en/of het spreiden van arbeid, arbeidstijden en loopbaan over de levensloop.

2. Decent work voor iedereen

Een kans is dat nieuwe technologie en digitalisering nieuwe werkgelegenheid met zich meebrengt, al zal veel routinematig werk verdwijnen. Ook voor de inhoud van werk kan het zowel een verschraling als een verrijking betekenen. Juist vanwege deze onvoorspelbaarheid is het van belang dat werknemers medezeggenschap hebben, autonomie in hun functies, dat zij betrokken worden bij de voorbereiding en implementatie van nieuwe organisatievormen en nieuwe technologie en dat ze de gelegenheid krijgen zich op de nieuwe eisen voor te bereiden door training en scholing en blijvend leren. Een belangrijke vraag in dit kader is voorts: hoe om te gaan met de toename van flexibele arbeidsrelaties mede als gevolg van bijvoorbeeld de ontwikkeling van deel-economieën. De discussie mondt uit in de aanbeveling om de ontwikkelingen goed te volgen, ruimte te bieden voor experimenten en in te grijpen wanneer bescherming van gebruikers, werknemers of andere maatschappelijke belangen nodig is.

3. Organisatie van werk en productie

Nieuwe bedrijfs- en verdienmodellen ontstaan door nieuwe technologie en digitalisering en door introductie van de circulaire economie. De vraag rijst ‘hoe publieke belangen hierbij te borgen en hoe ongewenste effecten te vermijden?’. Bij structurele krimp in een sector en/of een andere verdeling in de keten, zal geïnvesteerd moeten worden in nieuwe werkgelegenheid en/of een andere verdeling in de keten. Ook in verband hiermee is het van belang om met medewerkers te overleggen en hen tijdig te betrekken bij en voor te bereiden op de veranderingen.

4. Governance

Globalisering schept een internationaal speelveld met kans op oneerlijke concurrentie voor banen, lonen en andere arbeidsvoorwaarden. Ook ontstaat een wereldwijde ‘battle for talents’. In de SER- discussie werd er voor gepleit mobiliteit van mensen niet onmogelijk te maken, maar gereguleerd te laten plaatsvinden: ‘fair recruitment’. En er moet een ‘level playing field’ gecreëerd worden door maatregelen op nationaal en Europees niveau.

Referentie

Sociaal Economische Raad (SER): Notitie ‘De toekomst van werk’; mei 2017. Notitie uitgebracht aan de International Labour Organisation (ILO) ten behoeven van Future of Work Centenary Initiative.

De Notitie is als bijlage bijgevoegd.